Biodiversiteitsplan

• Rûch is ’t nije kreas (ruig is het nieuwe netjes); bladeren, takken en boomstammen zijn grondstoffen om het bodemleven te voeden en de biodiversiteit te vergroten. Het is dus geen afval (meer)!
• Het gras in de plantsoenen wordt niet overal wekelijks gemaaid. Zo komen er meer bloemrijke plantsoenen.
• Insecten zijn cruciaal voor biodiversiteit en zoeken beschutting in hogere vegetatie. Daarom laten we steeds meer en langer kruidenrijk gras staan. Bijvoorbeeld rondom bomen.
• We gebruiken geen chemische bestrijding, ook niet als het zeer groeizaam weer is en de leefomgeving er ‘rommelig’ uitziet.
• De bermen hoeven maar een of twee keer per jaar gemaaid te worden. Dat is goed voor de biodiversiteit.
• Ik vind mijn straat of wijk op dit moment voldoende groen en natuurlijk ingericht.
• Bij herinrichting van straten of pleinen moet biodiversiteit zwaarder meewegen als verkeer en parkeren.
• De gemeente moet meer doen om inwoners bewust te maken van biodiversiteit.
• De gemeente moet meer samenwerken met inwoners en organisaties voor biodiversiteitsprojecten.